Samen met 10 andere gemeenten uit de vervoerregio Aalst, het departement Mobiliteit & Openbare Werken, het Agentschap Wegen & Verkeer en vervoermaatschappij De Lijn, koos Erpe-Mere resoluut voor de uitbouw van een sterk openbaar vervoer, gebaseerd op de principes van het Vlaams decreet Basisbereikbaarheid en uitgebreid potentieelonderzoek.
Dat openbaar vervoer ziet er als volgt uit:
- Nieuwe lijn 21 op ontbrekende schakel Erpe-Mere – Lede – Wichelen – Overmere – Zele.
- Meer aanbod naar Gent via de N9 (lijn 20).
- Hoogfrequent aanbod naar Aalst met lijn 25.
- Nieuwe lijnnummers voor meer duidelijkheid.
- Gegarandeerd aanbod voor onze schoolgaande jeugd en pendelaars (lijnen 252-253-804).
- Oplossing op maat in onze landelijke gebieden met De Lijn Flex.
3 sterke redenen voor een hoge frequentie
1/ Hoge frequentie zorgt voor gebruiksgemak: als je een lijn wil nemen die vaak rijdt, bv. om het kwartier, dan zal er wel altijd een rit zijn die goed uitkomt met jouw verplaatsingsnood. Zelfs als je de bus net hebt gemist, moet je nooit lang wachten op de volgende. Ook overstappen op andere bus- of treinlijnen wordt hierdoor gemakkelijk.
2/ Hoge frequentie verkleint de verborgen wachttijd: stel bv. dat je om 9u30 ergens moet zijn. Als de bus slechts 1x per uur rijdt, kom je wellicht te vroeg of te laat aan. Je zal geneigd zijn om dan voor de auto te kiezen. Is er een bus om de 15 minuten, dan komt 9u35 nog steeds niet goed uit, maar leidt de vroegere rit van 9u20 tot slechts 10 minuten tijdverlies. Dat is een tijd die men ook met bv. de auto al snel als een aanvaardbare buffertijd zal zien om zeker op tijd te komen. Je lijn is in dit geval dus wel wervend als alternatief voor de auto.
3/ Hoge frequentie overschrijdt de effectieve reistijd: als er slechts 1x per uur een bus is, dan zal de wachttijd de effectieve reistijd veruit overschrijden en zullen enkel de personen zonder alternatief hiervan gebruik maken.