Gemeente Gemeente Erpe-Mere

Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)

Het Vlaams ecologisch netwerk

Het Vlaams Ecologisch Netwerk is het geheel van gebieden met een actuele of potentiële hoge natuurwaarde waarin een specifiek beleid inzake natuurbehoud gevoerd wordt. Het spreidt zich als een lappendeken over Vlaanderen uit en bestaat uit bijna 90.000 hectare grote eenheden natuur (GEN) en grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO).

Op de bestemmingsplannen (gewestplan, RUP) wordt VEN aangeduid in overdruk over de bestaande bestemmingscategorie van de grond. Niet alle gebiedscategorieën op de bestemmingplannen kunnen als VEN worden aangeduid. Het gaat immers om die gebieden waar een hoge natuurwaarde aanwezig is of in de toekomst aanwezig kan zijn (hoofdzakelijk ‘groene’ bestemmingen).

De bestemmingen staan opgesomd in Art. 20 van het Natuurdecreet:

  • als GEN kunnen worden aangeduid: de groengebieden, parkgebieden, buffergebieden, bosgebieden, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen met als overdruk overstromingsgebied of wachtbekken, militaire domeinen en de met een van deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden, aangewezen op de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening, en de beschermde duingebieden aangeduid krachtens de Natuurbehoudswet toegevoegd bij het Duinendecreet;
  • als GENO kunnen worden aangeduid: de hier voor genoemde gebiedscategorieën, alsmede: (a) de ontginningsgebieden en ermee vergelijkbare bestemmingsgebieden, aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening voor zover zij één van de in het eerste puntje genoemde bestemmingen als nabestemming hebben; (b) de valleigebieden, de brongebieden, de agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologische waarde, de agrarische gebieden met bijzondere waarde, de bosuitbreidingsgebieden en de natuurontwikkelingsgebieden.

HOOFDFUNCTIE NATUUR

Natuur heeft in VEN een hoofdfunctie. Om de natuur in VEN te behouden en beschermen wordt er een specifiek beleid inzake natuurbehoud gevoerd, vandaar dus de term 'gebiedsgericht beleid'. Zo beheren de overheden de waterlopen in VEN op een duurzame en ecologisch manier en worden risico’s op verdroging waar mogelijk teruggedrongen. Een natuurgerichte bosbouw wordt er nagestreefd en insijpelingsgebieden van grondwater worden er beschermd. Bovendien heeft de overheid een aantal activiteiten en handelingen verboden in het VEN, daar waar ze buiten VEN natuurvergunningsplichtig zijn gesteld (zie pagina over vegetatiewijzigingen). Om de handelingen toch uit te kunnen voeren, is dus een ontheffing nodig, geen natuurvergunning!

DE VERSCHERPTE NATUURTOETS

In het VEN geldt ook de ‘verscherpte natuurtoets’: handelingen die onvermijdbare en onherstelbare schade toe zouden brengen aan de natuurwaarden in het VEN mogen niet uitgevoerd worden. Op deze regel bestaat evenwel een uitzondering. Activiteiten die onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kunnen veroorzaken, kunnen toch worden toegelaten als er geen ander alternatief is en als er dwingende redenen van groot openbaar belang spelen met inbegrip van redenen van sociale of economische aard. In dat geval dienen alle schadebeperkende en compenserende maatregelen genomen te worden.De spelregels (VEN-verboden, algemene en individuele ontheffingen, afwijkingen) vind je via http://www.natuurenbos.be/nl-BE/natuurbeleid/natuur-en-natura-2000/ven_en_ivon/spelregels/basisbescherming.
 

Bescherming van graslanden in navolging van het Natuurdecreet.

Het Vegetatiebesluit (BVR van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu), een van de uitvoeringsbesluiten van het Natuurdecreet, regelt de bescherming van o.a. historisch permanente graslanden in Vlaanderen.Het Maatregelenbesluit (BVR van 21/11/2003 houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgericht natuurbeleid), een van de uitvoeringsbesluiten van het Natuurdecreet, regelt de bescherming van o.a. permanente graslanden in Vlaanderen.

BESCHERMING HPG

Het wijzigen van historisch permanente graslanden is ofwel verboden ofwel onderworpen aan de omgevingsvergunningsplicht (omgevingsvergunning voor het wijzigen van vegetaties). Of de wijziging verboden dan wel vergunningsplichtig is, hangt af van de ruimtelijke bestemming of de geografische ligging.Het wijzigen van historisch permanente graslanden, met inbegrip van het daaraan verbonden microreliëf en poelen, is VERBODEN als die graslanden gelegen zijn:
  1. in de groene bestemmingen (groengebied, parkgebied, buffergebied, bosgebieden) op de bestemmingsplannen en de bestemmingsgebieden die vergelijkbaar zijn met die gebieden;
  2. in beschermd cultuurhistorisch landschap;
  3. in SBZ Poldercomplex (BE2500932) en SBZ Het Zwin (BE2501033) als er voor die gebieden geen afwijkende instandhoudingsdoelstellingen (natuurdoelen) vastgesteld zijn die het wijzigen noodzakelijk maken;
  4. op de kaart opgemaakt door de Vlaamse regering. Het verbod geldt voor zover de HPG’s definitief zijn vastgesteld én gelegen zijn binnen een van de gebieden beschreven onder 1, 2 of 3.
In de volgende gebieden en zones is het wijzigen van historisch permanente graslanden, met inbegrip van het daaraan verbonden microreliëf en poelen OMGEVINGSVERGUNNINGSPLICHTIG:
  1. in valleigebieden, brongebieden, natuurontwikkelingsgebieden, agrarische gebieden met ecologisch belang of agrarische gebieden met bijzondere waarde op de bestemmingsplannen en de bestemmingsgebieden die vergelijkbaar zijn met die gebieden;
  2. in SBZ IJzervallei (BE 250083)
  3. in SBZs in uitvoering van de Habitatrichtlijn, in zoverre het desbetreffende type historisch permanent grasland binnen deze perimeters als habitat is aangemeld;
  4. op de kaart opgemaakt door de Vlaamse regering. De vergunningsplicht geldt voor zover de HPG’s definitief zijn vastgesteld én gelegen zijn binnen een van de gebieden beschreven onder 1, 2 of 3.

BESCHERMING PERMANENTE GRASLANDEN

Het Maatregelenbesluit vult in art. 6 de VEN-verboden aan:
  • het scheuren van permanent grasland is verboden in de gebieden van het VEN.

Bescherming van graslanden in navolging van het landbouwbeleid.

In het kader van de vergroening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid werd in Vlaanderen de vergroeningsmaatregel ‘behoud blijvend grasland’ uitgewerkt. Elke land- en tuinbouwer die steun ontvangt, is verplicht om deze vergroeningsmaatregel na te leven.De vergroeningsmaatregel houdt een waarborg in dat het totale Vlaamse areaal blijvend grasland behouden blijft. Hierbij werd 2012 als referentiejaar gekozen. Het areaal blijvend grasland mag m.a.w. niet meer dalen dan 5% t.o.v. het areaal van 2012 of er komen strikte maatregelen om het areaal opnieuw op het niveau van het referentiejaar te brengen. Indien land- en tuinbouwers toch genoodzaakt zijn om areaal BG om te zetten dan moeten ze dit binnen het bedrijf compenseren met een nieuw areaal blijvend grasland.

Bepaalde percelen ‘blijvend grasland’ zijn door de aanwezigheid van specifieke fauna en flora bovendien als ‘ecologisch kwetsbaar’ aangeduid. Deze aangewezen percelen ecologisch kwetsbaar blijvend grasland (EKBG) moeten absoluut behouden blijven in het kader van de Europese natuurwetgeving (Natura 2000) en dus beschermd worden.

Hieruit volgt dat de percelen ‘blijvend grasland’ in principe nog omgezet kunnen worden; zolang het totale Vlaamse areaal op het niveau van 2012 blijft. Het areaal ‘ecologisch kwetsbaar blijvend grasland’ mag daarentegen absoluut niet afnemen en deze percelen kunnen dus niet omgezet noch geploegd worden. Op de percelen EKBG geldt bijgevolg een absoluut scheurverbod. Deze percelen worden voorgedrukt in de verzamelaanvraag vanaf 2015.

Landbouwers krijgen bijgevolg via hun eenmalige perceelsregistratie (via het e-loket van Departement Landbouw en Visserij) duidelijke info over deze graslanden: wanneer zij op een perceel, aangeduid als EKBG, iets anders willen invullen dan grasland (bv. mais of aardappelen) dan krijgen ze een waarschuwing dat het grasland beschermd is. Daarnaast krijgen landbouwers ook hun percelen cartografisch te zien: EKBG's worden aangeduid met een rode arcering in stippellijn. De historisch permanente graslanden (HPG's, die beschermd zijn door art. 7 en 8 van het vegetatiebesluit) worden aangeduid met een rode volle arcering.