Gemeente Gemeente Erpe-Mere

Wandelnetwerk 5: Bambrugge en Burst

Inleiding

Lengte 8,2 km

Deze wandeling start op het domein Steenberg. Tegenwoordig vind je hier het gemeentelijk administratief centrum, cultuurhuis EMotia en de sporthal van de gemeente. In het begin van de 20ste eeuw werd op deze plek op grote schaal zandsteen uit de ondergrond gehaald. Door de goede kwaliteit werd de Erpe-Meerse zandsteen veelvuldig gebruikt. Voorbeelden zijn de restauratie van de kerken in Roeselare en Gent, en de bouw van het Sint- Pietersstation van Gent.

Tot 1803 maakte Bambrugge nog deel uit van Burst. Je kan dus zeggen dat deze deelgemeenten een gemeenschappelijk historisch verleden hebben. Ook hun parochiekerken hebben dezelfde Gentse architect (Louis Minard), delen hun patroonheilige (Sint-Martinus) én liggen op net geen kilometer van elkaar.

EMotia heet iedereen welkom!

In 2021 opende cultuurhuis EMotia de deuren. Je kan er terecht voor allerhande podiumactiviteiten zoals concerten, comedy, toneel, film en lezingen. De naam is een samentrekking van EM, Erpe-Mere, en ‘otia’, een vervoeging van het Latijnse woord ‘otium’ dat zoveel wil zeggen als ‘vrije tijd’.


50)Speelbos

Eind 2021 werd op domein Steenberg een heus speelbos aangeplant in samenwerking met Bos+, enkele jeugdbewegingen en vrijwilligers. Er werden meer dan 1.700 inheemse bomen en struiken geplant, waaronder fruitstruikjes maar ook bloembollen. Het zal nog even duren voor hier een volgroeid bos is, maar de aanzet is alvast gegeven.

Wie dus graag een bos met zijn eigen ogen ziet groeien kan hier nu (en de komende jaren) terecht!


51) Ruïne Egemmolen

Aan de westelijke rand van het domein Steenberg, op de linkeroever van de Molenbeek, bevindt zich een oude watermolensite. Het molenhuis en het waterrad van de molen, door de plaatselijke bevolking Meuleken Tik genoemd, zijn niet meer te bespeuren.

De korenwatermolen te Heddeghem (nu het gehucht Egem) bestond al vóór 1536 en was altijd in particuliere handen. Tot omstreeks 1950 bleef hij in werking. Het vervallen gebouw op de rechteroever werd pas later opgetrokken.


52) Sint-Martinuskerk Bambrugge

De neogotische Sint-Martinuskerk dateert van 1852. Het koor kreeg in 1872 zijn huidige vorm. De kerk werd opgetrokken op de plaats van een vroegere bidplaats, toegewijd aan Sint-Bavo.

Ondanks dat Sint-Maarten de patroonheilige is, gaat de grootste devotie in Bambrugge uit naar Sint- Anna, de moeder van de Maagd Maria. Een zijaltaar is aan haar toegewijd. De kerk is binnenin een pareltje.

Wanneer de bloedrode toegangsdeur open staat loont het de moeite om een kijkje te nemen.

In Bambrugge houden ze van traditie. De Sint- Annakermis, wielerwedstrijden en de jaarlijkse paardenommegang met zegening lokken heel wat deelnemers en kijklustigen.


53) Voormalige pastorie en omgeving

Het dubbelhuis in neoclassicistische stijl met dakruiter (torentje op de nok van het dak) is de voormalige pastorie van Bambrugge en dateert uit het begin van de 19de eeuw. Het zeshoekig gebouwtje aan de linkerkant is het vroegere dodenhuisje. De gebarsten bronzen kerkklok van 450 kg stond uitgestald voor de pastorie maar werd in 2013 gestolen.

Rechts van de oude pastorie werd het Franciscanessenklooster van Bambrugge verbouwd tot een sociaal wooncentrum. De gekende parochiezaal Sint-Anna kreeg een grondige facelift.


54) Bremptkouter 

Tussen de dorpskernen van Burst en het naburige Zonnegem strekt zich een kouter uit die al eeuwen in gebruik is. Deze open ruimte biedt de wandelaar mooie vergezichten. In de skyline vallen vooral de silhouetten op van de kerktorens van beide dorpen.

In de feodale periode vormde Burst met Bambrugge, Zonnegem en Cottem (gehucht in Oombergen) één heerlijkheid. De Norbertijnenabdij van Drongen was toen eigenaar van het Hof ten Brempt en grootgrondbezitter in Burst en Zonnegem. De hoeve en een deel van de gronden kwamen in de 19de eeuw in het bezit van de familie Dooreman.


55) Heilig Hartkapel 

De Heilig Hartkapel aan de Gentsestraat is een bouwkundig pareltje. Ze heeft een veelhoekig grondvlak en een piramidaal leien dak bekroond met een lantaarnvormige spits. De kapel werd in 1921 opgetrokken als dankkapel omdat Burst in WO I gespaard bleef van oorlogsellende.

In Burst is deze omgeving gekend als ‘Den Dries’. Het eeuwenoud gehucht lag langs een bovenlokale weg die nu nog deels Heerweg heet. Heirbanen waren van militair-strategisch belang en gaan ver terug in de tijd. Tot de aanleg van de rechtgetrokken Oudenaardsesteenweg was hij hier van uitzonderlijk belang.


56) Gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) Biezenstraat

De Molenbeek maakt deel uit van het deelbekken ‘de Drie Molenbeken’ en is een zijrivier van de Bovenschelde. Deze beek mondt uit in Wichelen en kent een stroomgebied van net geen 53 km². Haar waterdebiet en waterpeil kennen zeer grote schommelingen, veroorzaakt door het versneld afgevoerde hemelwater van verharde oppervlakken. Dit verhoogt de kans op wateroverlast, zeker in lagergelegen gebieden.

Om dit op te vangen is in 1996 de aanleg begonnen van meerdere GOG’s in de regio. Het gecontroleerd overstromingsgebied in de Biezenstraat is vrij recent aangelegd en moet dus grote hoeveelheden water opvangen bij watersnood. Het water wordt zoveel mogelijk bovenstrooms vastgehouden. Zo wordt vermeden dat neerslag te snel naar het beeksysteem wordt afgevoerd.

Door het water langer vast te houden, krijgt het ook meer tijd om in de bodem te sijpelen.


57) Het Molenveld en de verdwenen Dorentmolen

Op het leengoed Dorent stond al vóór 1540 een houten windmolen waarvan de geschiedenis vrij goed is gekend. In 1857 werd de houten staakmolen getroffen door een blikseminslag en brandde hij helaas volledig uit. Een straat en de gemeentelijke basisschool dragen het toponiem Molenveld in hun naam, een verwijzing naar de verdwenen windmolen.


58) Mariagrot

Jozef Dhaese was grottenbouwer en fanatiek verzamelaar van heemkundige voorwerpen. Zijn woning was ingericht als museum en kon op bezoek rekenen van de plaatselijke schoolkinderen en andere geïnteresseerden.
De Mariagrot kende vooral in de jaren ‘60 en ’70 een grote volkstoeloop. Met halfoogst werd er een openluchtmis opgedragen. Via het hekje is de grot te bezoeken, gelovigen kunnen er nog altijd een kaarsje branden.


59) Sint-Annakapel

De iets verderop gelegen Sint-Annakapel is hier een ‘heiligdom’. In Bambrugge associeert men Sint-Anna met feestvieren, niet zo verwonderlijk dat haar feestdag de kermisperiode inluidt. Buurtbewoners onderhouden en koesteren de kapel die de start en aankomstplaats is van de jaarlijkse paardenommegang en een vaste halte was tijdens de processie door het dorp.

Extra bezienswaardigheden


Vondst van 800 zilveren munten

Bij de afbraak van een oude hoeve in de Landsheerstraat (april 2005) werd een verstopte stenen kruik ontdekt, gevuld met zilveren munten uit de 18e eeuw.

De muntstukken zijn geslagen in de Zuidelijke Nederlanden, Oostenrijk/Hongarije, het Prinsbisdom Luik en Frankrijk. De sluitmunt dateert van 1797.

De oppotting van de zilverstukken kan in verband worden gebracht met de toenmalige onstabiele politieke periode (Franse revolutie en Boerenkrijg). Het geheim van de vindplaats werd, door niet te achterhalen omstandigheden, door de verstopper meegenomen in zijn graf. De toenmalige waarde van het muntdepot bedroeg circa 900 daglonen van een landarbeider.

De spotnaam ‘Geitenboeren’ van de Bambruggenaren laat echter vermoeden dat de doorsnee inwoner toentertijd weinig of geen spaargeld had. Een geit was de ‘koe’ van de armen.


Villa Dooreman en omgeving

In 1858 richtte Burgemeester Charles Dooreman, die tevens boer en jeneverstoker was, een stellingmolen op in de Gentsestraat. Het gemalen graan diende ondermeer voor het maken van de bekende klare jenever ‘Dooreman’. Zijn zoon, Burgemeester Leopold Dooreman, bouwde in 1911 een imposante villa naast de molen. De stenen windmolen verdween in 1970 uit het straatbeeld, maar de ‘Villa van de burgemeester’ is nog te bewonderen en draagt het huisnummer 74.

Bij leemontginningen, op de terreinen van steenbakkerij Danckaert, werden 4 goed bewaarde Romeinse waterputten uit de 1e en 2e eeuw blootgelegd. Uit onderzoek van organisch materiaal, afkomstig uit de 12 à 14 m diepe putten, bleek dat ze vooral werden gebruikt door een agrarisch gerichte bevolking.


Molen Van Sande

De industriële maalderij Van Sande werd tussen ‘76 en ’80 gebouwd op een oude watermolensite, waarvan een geschreven vermelding bestaat uit 1629, maar die wellicht al vroeger bestond. De vorm van het oude molenhuis is nog zichtbaar in de bakstenen voorgevel.

De Kasteelmolen, later molen Van Sande genoemd naar de eigenaars van de laatste honderd jaar, was in oorsprong een banmolen afhankelijk van het kasteel van Bambrugge. Op oude kaarten wordt het kasteel gesitueerd tussen de kerk en de watermolen. Horigen waren, op straf van boete, verplicht het graan te laten malen bij de molenaar van hun heer, die scheprecht had.