Gemeente Gemeente Erpe-Mere

Wandelnetwerk 9: Aaigem

Inleiding

Lengte 8,4 km (2,6 km)

In de alfabetische lijst van Vlaamse plaatsnamen staat Aaigem op de eerste plaats. Het landelijke dorp wordt door bewoner Jan De Wilde liefdevol bezongen en geprezen voor zijn schoonheid en eenvoud.

Het is hier zalig wandelen. Er werden in Aaigem dan ook drie wandelingen uitgestippeld. Recent werden enkele historische trage wegen opnieuw opengemaakt en opgenomen in het traject. Wie aangepast schoeisel draagt en zich niet laat afschrikken door veldwegen is er een extra groene lus langs het gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) 'Lammersweg' en de vallei van de Holbeek.


90) Aaigemdorp

De dorpskom van Aaigem is beschermd als dorpsgezicht.

De Sint-Niklaas- en Leonarduskerk dateert, op de toren na, uit 1786. De gotische vieringtoren is een restant van de oude kerk en stamt vermoedelijk uit begin 14de eeuw. De aanzet van de vroegere dwarsbeuken en het oude koor zijn nog zichtbaar. Aan de oostzijde van de toren bevindt zich een 18de- eeuwse calvarie.

Andere blikvangers op het schilderachtige dorpsplein zijn een oude pastorie, enkele boerenwoningen en een hoeve die toebehoorde aan de Franse abdij van Anchin.


91) Woon- en zorgcentrum Sint-Vincentius

Het woonzorgcentrum Sint-Vincentius was oorspronkelijk een klooster met een boerderij, een weeshuis en een meisjesschool. De zusters zaten niet stil: ze lieten het gebouwencomplex uitbreiden met een kapel, een woonhuis voor de directeur, een pensionaat en opvang voor oudere mensen. Het werd een imposant bouwwerk in het dorp. Met wel twintig kloosterzusters was dit een bloeiende kloostergemeenschap. Het klooster evolueerde vanaf de jaren ’60 tot woonzorgcentrum. De zorg voor scholieren en ouderen werd omstreeks die periode gescheiden.


92) De Damkouter

De Damkouter vormt het grensgebied tussen Aaigem en Ressegem en is landschappelijk zeer waardevol. Grote delen van deze kouter werden al vroeg bewerkt en behoorden van in de middeleeuwen toe aan de Franse Abdij van Anchin. Oude benamingen in de buurt, zoals Wijngaerdstraet en Wijngaerdbosch, laten vermoeden dat hier in de middeleeuwen aan wijnbouw werd gedaan. Een recent aangelegde trage weg laat toe om dit sterk glooiend gebied te bezoeken en de doorsteek te maken tussen Ashage en Griet.

De groene lus door de beekvalleien.

Vanuit een zijwegje in de Ratmolenstraat komen we terecht in een prachtige groene lus die ons via de grens met Ressegem naar de Ter Erpenbeek brengt. Aangezien deze Ter Erpenbeek al eens graag uit zijn oevers treedt, werd hier een gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) aangelegd mét klepstuw.

Het tweede deel van deze groene lus bereik je via een recent aangelegde trage weg tussen de Ratmolenstraat en Eekhout. Halverwege het pad kruisen we de Holbeek, ook wel de Zwingelbeek genoemd. Dit verwijst naar een verderop gelegen vlaszwingelmolen die later gebruikt werd als cichoreimolen. Enkel het molenkot blijft over en werd omgevormd tot woonhuis.


93) De Ratmolen

De benaming van de molen heeft niets te maken met het knaagdier, maar zou verwijzen naar een vroegere herberg in de buurt. Oorspronkelijk draaiden er twee raderen in het water van de Molenbeek. Naast de korenwatermolen die we vandaag nog steeds op rechteroever zien, was er op linkeroever een slagmolen die olie kon persen.

De molen werd voor het eerst vernoemd in 1542 en bleef tot omstreeks 1960 in gebruik. De maalruimte, met het nog vrij intacte maalmechanisme, ligt onder hetzelfde dak als de molenaarswoning. De toegangsdeur heeft een zandstenen omlijsting in de vorm van een korfboog. Van het rad en het sluiswerk blijft nog weinig over.


94) Livinuskapel en de Kareelweg

De oudste vermelding van deze kapel gaat terug tot 1880. Helaas bleef er tot enkele jaren geleden niet veel meer van over. De afgezonderde ligging maakte van de kapel een makkelijk doelwit voor vandalisme en diefstal. Zo werd zelfs de volledige vloer gestolen. ‘De Kapellekesvrienden’, enkele bewoners van de wijk ‘Beirg’, sloegen de handen in elkaar en restaureerden de kapel in volle glorie.

Vanaf de Livinuskapel vertrekt een oude voetweg die de Livinuskapel met de Antoniuskapel verbindt. Hij staat bekend als Kareelweg aangezien hij een paar eeuwen geleden intensief gebruikt werd door arbeiders die van de oostelijke ‘Beirg’ naar de westkant trokken, waar "de karelen" lagen. Karelen waren ontginningsplaatsen van klei, waaruit dakpannen en bakstenen werden gevormd die nadien gebakken werden in veldovens en in het plaatselijk dakpannenfabriekje.

De weg werd in 2020 herontdekt door de Kapellekesvrienden en in samenwerking met het gemeentebestuur heropend. Sindsdien werd hij opgenomen in het trage wegennetwerk van Erpe- Mere.


95) De wijk Berg

De wijk Berg, in de volksmond ‘Beirg’ genoemd, is het meest zuidelijke gelegen gehucht van Erpe-Mere en de enige wijk van Aaigem die op de rechteroever van de Ter Erpenbeek ligt. Het is een buitenbeentje en zelfs het dialect vertoont verschillen met de rest van het dorp. Plaatselijk spreken ze van ‘den bovensten Beirg’ en van ‘den benedensten Beirg’. De ene situeert zich op het grensgebied van Aaigem/Woubrechtegem/ Heldergem en de andere in de buurt van de Ratmolen en het oude toponiem D’Hoeve. Enkele opgeknapte hoevetjes zullen zeker de aandacht van de wandelaar trekken.


96) De Plank

Het metalen brugje over de Ter Erpenbeek wordt plaatselijk ‘De Plank’ genoemd. In een interview noemde zanger Jan De Wilde het brugje zijn favoriete plek om even te pauzeren bij een wandeling tussen ‘Beirg’ en de ‘Plosj’ van Aaigem. De beek kabbelt meestal rustig onder het bruggetje door, maar kan na enkele fikse regenbuien snel wassen en buiten de oevers treden.


97) Religieus erfgoed

Aan religieus erfgoed onderweg geen gebrek. Hoewel de dorpskerk al twee patroonheiligen heeft, werd de Heilige Apollonia in Aaigem vereerd en aangeroepen tegen tandpijn. Het is hier zelfs kermis op haar naamdag.

Eeuwenlang trokken er verschillende ommegangen door het dorp. In 1875 werden een grote kapel op het Dorp en vier kapellen op Landries gebouwd voor een nieuwe ommegang ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Deze ommegang gaat uit op Hemelvaartdag en houdt halt aan zeven bidplaatsen. Er ontstond ook een paardenommegang die een grotere lus aflegt.

Extra bezienswaardigheden


GOG Lammersweg

Voor de wandelaar die waterdicht schoeisel draagt en zich niet laat afschrikken door een kilometertje meer is er een extra groene lus.

Tussen 2007 en 2009 werden op de Ter Erpenbeek waterbeheerswerken uitgevoerd. Door het bouwen van een klepstuw en de aanleg van een dijk langs de Lammersweg werd een gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) gecreëerd met een watercapaciteit van 290 000 m³ en een oppervlakte van ca 23 ha.

De klepstuw regelt automatisch het waterpeil van de beek. De voorbije 9 jaar trad het systeem 5 keer in alarmfase en toverde de vallei om in een spectaculaire watervlakte. Telkens stroomafwaarts het overstromingsgevaar geweken was vloeide de watermassa, via het klepsysteem, gecontroleerd weg.