De talrijke sporen uit de middeleeuwen bewijzen dat het dorp al meer dan 1000 jaar bewoond is. De komende weken zetten de archeologen hun speurtocht naar het verleden van het dorp verder.
Het lokaal bestuur Erpe-Mere werkt aan de herinrichting van het dorpscentrum van Erondegem. Rond de Sint-Pieter-in-Bandenkerk, de Kapelhofstraat en de Eksterberg wordt het wegdek vernieuwd en voorzien van een nieuw rioleringsstelsel. Ook het Kerkplein wordt aangepakt en uitgerust met een bufferbekken. Bij dergelijke infrastructuurwerken wordt voorafgaand aan de werken een archeologisch onderzoek uitgevoerd. In 2023 legden de archeologen reeds enkele testputten aan, waaruit bleek dat een deel van het projectgebied waardevolle archeologische informatie bevatte. In de eerste maanden van 2024 vond de eerste fase van het archeologisch onderzoek plaats en die leverden alvast enkele boeiende inzichten op.
De archeologen troffen onder meer resten van houten palen aan, de enige bewaarde sporen van houten gebouwen die hier stonden. De gegevens uit de opgraving werpen een interessante kijk op de vroegste geschiedenis van Erondegem, waarvan de eerste vermelding dateert uit 868/869. Dat het archeologisch onderzoek sporen opleverde uit deze vroege periode, is niet zo vanzelfsprekend. Oudere sporen worden vaak vergraven door recentere bouwactiviteiten, waardoor de kans doorgaans klein is om restanten aan te treffen die een licht werpen op de prille ontwikkeling van dorpskernen, een onderzoeksthema dat nog niet goed gekend is.
Dat deze sporen in Erondegem bewaard bleven, mag een geluk heten, want doorheen de middeleeuwen werden in het dorpscentrum ook vele grote kuilen gegraven met het oog op de ontginning van zand en veldsteen. Eén van de grote kuilen is uitgegraven tot op een natuurlijke veldsteenbank. Dat ontginning van zand en steen in het dorpscentrum ook in recente periodes een belangrijke activiteit bleef, bleek uit de verrassende vondst van een grote kelder opgetrokken uit natuursteen en baksteen. De kelder was voorzien van een brede trap, waarvan de natuurstenen treden allemaal uitgebroken bleken. Ook de muren van de kelder waren grotendeels ontmanteld. De structuur diende zo als goedkope en makkelijke steengroeve. Nadien werd er binnen de contouren van de kelder over de gehele vloeroppervlakte verder gegraven om het fijne zand te recupereren, mogelijk voor de aanmaak van mortel. Zowel de kelder als de zandwinningskuil die de kelder afdekt, zijn tussen de 14de-16de eeuw te dateren.